Deel 10. Portugal een aangename verassing

27 maart 2023 - Benfeita, Portugal

29-3-2023

Praio Cresmina en Praia do Guincho, Portugal

DSC01079(c) Colinda Vergeer

Portugal

Portugal verrast ons. De schone dorpjes, bloemrijke ruige kusten, warme stranden en sprookjesachtige watervallen. We verstaan helemaal niets van de Portugese taal en toch lijkt het alsof we soms een Nederlandse zin horen, maar dat zal verbeelding zijn. De meeste mensen op de ouderen na spreken goed Engels met een tongval waar ik jaloers op ben. De kleine dorpjes in de bergen verbergen schitterende en steile wandelingen. We koelen af in de ijskoude watervallen.

Zodra we Portugal binnenrijden valt het ons op hoe goed de wegen onderhouden zijn. Robbert stuurt de GVR de bergen in. De wegen worden smaller, maar er is voldoende ruimte voor tegenverkeer. We rollen nog even door in de sporen van de lynx en we rijden langs een informatiecentrum bij Mertola. Robbert wil door, maar Laia en ik willen wel een kijkje nemen.

We passeren een groep oudere dames die één voor één het informatiecentrum in schuifelen. De een nog rimpeliger dan de ander. Ze lachen ons vriendelijk toe en ik hoor wat Portugeze woorden uit hun mond komen. Ik lach vriendelijk en vraag in het Engels of ze misschien Engels praten. Maar ze grinniken en schudden het hoofd terwijl ze onverstoorbaar doorpraten in het Portugees. Ik luister aandachtig maar er is geen enkel woord dat enigszins begrijpelijk overkomt. Een jongere man opent de deur voor de dames en kijkt ons vriendelijk aan. Hij spreekt wel Engels en goed ook. Ik ben even verbaasd en vraag of we rond mogen kijken. Ik stel een aantal inhoudelijke vragen maar hij schudt het hoofd en geeft aan dat het niet zijn specialisme is.

We parkeren de GVR boven op een berg en lopen naar beneden in Mertola naar een ruige grote waterval. We kunnen er niet dichtbij komen en besluiten iets verder door te lopen en een duik te nemen in het meer. ’s Avonds genieten we van de avondzon bij de GVR en kijken we naar de herder die met twee bordercollies de schapen opdrijft richting een van de velden waar wij op uit kijken. Lara kijkt aangelijnd gefascineerd toe. De zon daalt steeds dieper en het avondrood kleurt aan de hemel. Een gloed valt over de bergen, waardoor de randjes van de schapen opglinsteren tegen een donkere achtergrond. Het is een magische avond.

Als Laia later op bed ligt besluit Robbert nog even naar de sterren te kijken. Ik kom naast hem zitten totdat we het koud krijgen. Wat een heerlijke dag.

De geur van eucalyptus bladeren en rozemarijn dringt mijn neus binnen en terwijl ik langzaam mijn ogen open en mij uit wil strekken zegt Robbert. “We hebben een probleem, de electra is uitgevallen”. En dat betekent geen water. Beiden slikken we een teleurstelling weg. We hadden dit berggebied graag wat verder willen verkennen.

Ik maak mij zorgen. Robbert heeft alles gecheckt maar kan het probleem niet vinden. Stel dat het iets is waar een onderdeel voor nodig is en we erop moeten wachten. Ik hoop maar dat we vannacht weer in onze vertrouwde GVR slapen. Inmiddels zijn we terug bij de kust en vinden een garage die we als tip eerder van vrienden hadden gekregen. Een mopperige maar vriendelijke Engelse monteur komt ons helpen. Hij is al twintig jaar geleden verhuisd naar Portugal voor de zon. Hij voelt zich hier meer thuis dan in het Verenigd Koninkrijk. Hij checkt eerst de accu, maar die is goed. Het blijkt slechts een zekering te zijn en 10 minuten later zijn we weer op weg. Ik haal opgelucht adem.

We wilden toch nog langs de kust van de Algarve rijden dus blijkbaar is dit het juiste moment ervoor.

Dankzij een tip van een reiziger onderweg parkeren we de GVR bovenaan een klif. We krijgen pas een indruk van waar we zijn als we uitstappen en naar de rand lopen. Onze adem stokt. Deze kliffen zien er zo ruig en ontzagwekkend groot uit. Het strand is ver beneden ons en de zee strekt zich uit tot zover onze ogen reiken. De grote kliffen zijn bezaaid met roze en gele bloemen. We wandelen een steile lange trap af naar beneden en nestelen ons dicht tegen de wand en springen vervolgens de zee in. We lachen en kijken elkaar aan. Wie had dit nu weer verwacht toen we vanmorgen wakker werden? Dit is zeker het mooiste strand dat ik ooit heb gezien. Wanneer de zon ondergaat kleuren de kliffen dieprood. Ik schiet snel wat plaatjes terwijl Robbert zijn moeder aan de telefoon heeft. Ik ben blij dat ze zo een beetje kan meegenieten vanuit het regenachtige Nederland.

Portugal brengt vertwijfeling. We zouden wel even in drie weken het land doorreizen, maar Portugal is groot en te mooi om er zo snel door heen te gaan. We hadden onze pijlers tot nu toe voornamelijk op Spanje gericht, maar het landschap doet onze adem stokken. De huizen zijn groot en netjes onderhouden. Het reist gemakkelijk, de wegen zijn doorgaans goed onderhouden en de Portugezen laten minder afval en minder tissues slingeren in de natuur.

DSC00784(c) Colinda Vergeer

We komen regelmatig Noord-Europeanen tegen met name Engelsen, Duitsers en Nederlanders die het koude noorden verruilen voor een plek onder de zon in Portugal. In Bonfeite, een klein pittoresk dorpje in de bergen komen we een Nederlands stel uit Noord-Holland tegen die met hun vijfjarige zoon Elian een maand eerder dan ons vertrokken zijn. Henk en Angelique zijn op zoek naar een stuk grond met wat ruïnes waar ze een yurt kunnen plaatsen en de grond om kunnen toveren in een zelfvoorzienende plek. Ze hebben niet veel nodig, zijn handig en hebben er zin in. Via de lokale mensen krijgen ze steeds vaker te horen welke stukken grond er beschikbaar zijn. Deze staan niet op internet, deze tips vind je in de lokale kroeg of via de bakker die hier in het dorp geen winkel heeft maar met de auto vers brood komt brengen. Angelique laat op een regenachtige dag de waterval zien en ik pluk verse kruiden langs de berm. Munt, citroenmelisse, ridderzuring. Angelique wijst mij op de wilde venkel die er staat en laat mij zien dat de pannekoekenplant, die ik thuis nog als kamerplant heb, ook eetbaar is. Het is voor het eerst dat ik verse wilde kruiden pluk voor een salade en thee. Op eerdere plekken waar we langs zijn gereden groeiden er minder kruiden en zagen ze er door de zon verdroogd niet erg smakelijk uit. Ik pluk ook klaverblad voor de salade en dan kan ik mijn geluk niet op. Ik pluk een klavertje vier!

Angelique en Henk zijn niet de enigen. We treffen ook een jong Duits stel die net als ons een camperreis startten maar door de corona in Bonfeita bleven steken. Tijdens een wandeling door de bergen zagen ze een stuk land wat naar hun lonkte en later bleek het te koop te staan. Ronja en Amar wonen er nu twee jaar. Ze hebben een woonhuis gemaakt en een tweede berghuisje zijn ze nog aan het verbouwen. Tijdens de wandeling door de bergen roept Amar vanaf de andere berg naar ons: “Join us for some coffee”. Hij laat Ronja naar beneden lopen om ons op te vangen en dat is maar goed ook, want ik had geen enkele mogelijkheid gezien om er te komen. Via steile trappetjes duw ik Lara omhoog. Ze moet echt zelf lopen. De trappetjes zijn te steil en te smal wat het gevaarlijk maakt om haar op te tillen. Even lijkt er geen einde aan te komen, maar dan zijn we boven aangekomen en Ronja schenkt een verse koud glas citroenlimonade in, zelf gemaakt. Ze vertellen honderduit, zijn hart verwarmend en benadrukken dat de lokale mensen het toejuichen als er internationale jonge gezinnen in hun gemeente neerstrijken. De Noord-Europeanen die de koude ontvluchten en de zon opzoeken worden ‘refugees’ genoemd, zegt Amar. De Portugeze overheid stelt zich verwelkomend op tegen deze buitenlandse vluchtelingen.

Het zet ons aan het denken, maar de steile heuvels en hoge bergtoppen zijn mij hier iets te steil. De open (internationale) houding en gastvrijheid blijft echter uitnodigend.

Amar laat ons de outdoordouche zien. De grond hebben ze grof betegeld en een paar palen staan in de grond waar een wilgenscherm omheen is geplaatst. Tegen een bestaande stenen wand is een houten plank bevestigd waar een klein kraantje tegenaan is geschroefd die uitkomt op een eenvoudig aluminium gootsteen en waaronder enkele rieten mandjes zijn opgestapeld. In de hoek staat een grote stalen ketel die bestaat uit twee delen. Het onderste deel is klein en laag en hier kan hout in gestookt worden die het water in het bovenste deel verwarmd. De leidingen lopen bovenlangs en komen uit op een douche waar nog een waterfilter hangt. “Waarom hangt er een waterfilter?” Vraag ik Ronja. “Om de grove deeltjes eruit te halen. Er kan nog best wat viezigheid meekomen met het water”.  Van steen zijn nog twee plankjes gemaakt waar zeepjes in zelf uit gesneden spekstenen bakjes liggen. Het ziet er zo eenvoudig en zo natuurlijk uit. Ik vind het schitterend. “Waar komt het water dan vandaan?” vraagt Robbert en Amar loopt voor ons en laat een kleine waterbron zien. “Maar hoe weet je nu of dit altijd stroomt?” “Dit stroomt altijd. Ook in de heetste zomers. We zitten hoog in de bergen en ons stuk grond ontvangt altijd water”. Ik vraag mij toch af hoe zeker hij kan zijn van ‘de altijd beschikbare waterbron’ en hij ziet mijn bedenkende blik. “Dit heet de ‘Magic Valley’. Hier is altijd water. Het is erg vruchtbare grond”. Dat kan ik wel beamen als ik om mij heen kijk, maar toch ben ik ook dorpjes tegengekomen waar ze dat ook zeiden en waar de waterval in een keer op droogde. Dat was dan wel in Andalusië, en misschien niet in het midden van Portugal waar we nu zijn. Maar toch.

Ronja loopt op blote voeten naar het tweede huisje die ze met klei op een biologische wijze[1] aan het herstellen zijn. Het ziet er schitterend uit. Ronja vertrouwt mij toe dat het huisje niet waterdicht is. Ze hebben hier een workshop laten organiseren en alle deelnemers konden hun helpen met het huis om zo hun kleikunsten uit te proberen. Maar de kwaliteit is helaas bedroevend en veel werk moet opnieuw gebeuren. Toch zie ik ook enkele kunstwerken. Iemand heeft een schitterende zwaan van de klei op de muur gemaakt, een soort reliëf muurschildering. Wijnflessen zijn in de muur gekleid die het licht naar binnen leiden. Amar wijst ons op de begrenzing van zijn land en de vele fruit en olijfbomen. “In Duitsland en Nederland betaal je wel 120 euro voor een olijfboom. Wij hebben er hier 120 stuks staan. Tel uit je winst”. “Krijg je alle olijven wel geplukt?”, vraagt Robbert. “Dat zal best een werk zijn.” vul ik aan. Ronja legt uit dat ze niet alles geplukt krijgen. Ze laten olie persen die ze kunnen verkopen en van de fruitbomen op hun land maken ze limonade of andere gerechten.

Ronja leeft van haar spaarcenten en Amar heeft een heel verhaal over zijn verdiensten. Maar wat ik ervan begrijp is dat hij de zoon van een directeur is van een groot bedrijf en maandelijks een salaris gestort krijgt vanuit Duitsland zonder er veel voor te doen.

Robbert en ik kijken elkaar vertwijfeld aan. Het dorp is hier echt heel mooi en het is erg aanlokkelijk om hier langer te blijven. We hebben een wandeling door de ‘Magic valley’ gemaakt maar er schijnt ook nog een ‘Happy valley’ te zijn.

Toch willen we naar Noord-Spanje, met name naar Galicia. De Spaanse taal begrijpen we beter. Er schijnen meer watervallen te zijn en er struint meer wildlife. Onze nieuwsgierigheid wint het en de volgende dag besluiten we dan toch door te trekken.

[1] Een week later ontmoet ik een Duitse dame die een jaar rondreist nu haar kinderen groot zijn. “Een jaar is veel te kort”, verzucht ze. Ze gaat later ook door naar Ierland. En geeft mij de tip door van een workshop die ze nog in Frankrijk gaat doen. Een klei-workshop waarbij je je eigen huisje van klei kan leren maken. Zoekwoord: “Kerterre”, en je ziet de prachtigste hobbit huisjes.

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

1 Reactie

  1. Anita:
    24 april 2023
    Geweldig om te lezen hoeveel verschillende mensen jullie zo tegenkomen, met allerlei verschillende verhalen.