Deel 14: Nattigheid

2 mei 2023 - Lobosandaus, Spanje

12-04-2023 

Caldas Romanas de Bande,

Lobosandaus, Bande, Spanje

Ik hoor een camper wegrijden en vraag mij af waarom iemand daarvoor kiest in het midden van de nacht. Het is onze tweede nacht, terug in Spanje. De wekker staat om 06.30 maar ik word ruim voor de wekker wakker, ondanks dat het in Spanje een uur later is dan in Portugal. Ik hoor het zachtjes regenen. Dit is pas de derde keer dat we regen zouden hebben op onze reis, maar in Galicië valt er meer regen dan in Nederland.

IN Nederland valt er gemiddeld 850 mm neerslag per jaar. In Galicië is dat het dubbele. We schrikken ervan maar ik twijfel over de juistheid en kan het mij eigenlijk niet goed voorstellen.

Ik ben onrustig. We staan op zandgrond en het schiet niet op als we hier straks uit de modderplassen moeten wegkomen. We moeten ook nog de steile berg op. Ik besluit snel op te staan. Maar het is nog donker. We kunnen nu toch nog niks doen. Ik zorg dat Lara is uitgelaten en ik schrijf wat. We maken Laia op tijd wakker als het gaat schemeren en we ontbijten gezamenlijk. De regen houdt aan en ik word onrustiger en besluit dat als ik weg wil zelf maar alvast alles gereed moet maken. Ik spoor Laia aan die traag haar brood weg kauwt. Het is het laatste stukje verse stokbrood met het laatste plakje kaas dat we nog hadden. Ze heeft zichzelf ook nog niet gewassen en ik sta klaar om weg te gaan. Ik spoor haar aan en zorg dat de camper gereed is. Robbert merkt mijn ongeduld op, maar neemt het gelukkig serieus en helpt om de GVR rijklaar te krijgen.

Ik besluit vandaag achter het stuur te kruipen. De laatste twee dagen had ik last van mijn maandelijkse probleempje en dan heb ik even genoeg aan mijzelf. Robbert rijdt dan en heeft ons goed door de bergen geleid. Nu is het weer mijn beurt.

De grond valt mee. Hier en daar beginnen wel wat modderplassen te ontstaan maar ik ben snel op de stenen. Vanaf hier heb ik wel weer grip. Ik moet eerst nog een bocht om voordat de steile klim begint en ik besluit langzaam in de eerste versnelling op te trekken en door te gaan. De GVR is wakker en bromt. We klimmen langzaam omhoog.

En dan opeens glijdt hij terug. Ik trap op de rem en trek de handrem aan. Ik kijk verbaasd opzij naar Robbert. Ik schakel voor de zekerheid. Misschien stond hij toch in een andere versnelling? “Ok, dan moeten we nu langzaam terug naar beneden rollen en het opnieuw proberen”, zeg ik rustig tegen Robbert. Robbert stapt uit en begeleid mij terug naar beneden. Voor de bocht blijven we staan. We moeten het vanaf hier weer proberen. Robbert stapt in en ik knik naar hem. “Ok langzaam de koppeling op laten komen en langzaam in zijn een op laten trekken”, zegt hij bemoedigend.

Ik knik. “Kom op GVR”. Ik laat de koppeling langzaam opkomen en de GVR begint weer te klimmen. Ik hang voorover mijn stuur en probeer al mijn gewicht naar voren te brengen, alsof dat wat zou uitmaken. Het gaat goed totdat we hetzelfde punt bereiken en hij verliest weer grip. Ik probeer het stuur een beetje te draaien zodat hij misschien nog op een andere plek vaste grond krijgt maar tevergeefs. ‘Shit’ en ik trap snel de rem in en trek de handrem aan. De GVR staat stil. Ik blijf rustig. “Ok dit werkt niet. Het wegdek is te glad. We moeten weer terug naar beneden.” Robbert stapt uit. Dit is ons net ook gelukt, dus we weten dat het kan. Robbert begeleidt mij en gaat naast de camper staan en er niet achter. Ik laat de GVR rustig naar achteren glijden totdat ik bijna bij de bocht ben. ‘Stop!’ roept Robbert. Ik rem, maar de GVR reageert niet. Ik voel hoe het wiel linksvoor wegglijdt en blijf remmen totdat hij toch stil staat. “Het lukt niet hij glijdt!” Robbert komt naar mijn raampje toe. Ik sta in ieder geval stil nu. “Shit”, je zit bijna tegen een boom aan, je moet naar voren”. Naar voren op een steile helling waar ik net geen grip had. Het lijkt onmogelijk, maar ik probeer het toch. “Pas op”, zegt Robbert nog “je zit er echt bijna tegenaan”. Maar zodra ik de koppeling op laat komen voel ik hoe de GVR naar achteren in plaats van naar voren glijdt. Het is een centimeter, maar het is genoeg om tegen een boom aan te zitten. Ik houd de rem sterk ingedrukt en de handrem staat op zijn max. We staan stil, maar ik weet niet zeker of dat door de boom komt of dat dit op eigen kracht is van de GVR. “We staan vast zegt Robbert” We hebben hulp nodig”, antwoord ik. Robbert stapt weer in en graait in het bakje waar we op het laatste moment van de reis nog de groene kaart hebben uitgeprint. Hij vindt het nummer van de pechhulp. “Daar gaat ons eigen risico”, zegt hij terwijl hij naar het papiertje staart. “Wacht even, ik wil eerst nog wat proberen.” En hij stapt uit. “We moeten gewicht lozen” roept hij. “De fietsen moeten eraf”, beaam ik. Robbert gaat aan de slag, en laat eerst het vuil water weglopen. Als we het drinkwater ook weg willen laten lopen bedenken we ons. Ik wil niet dat we in een plas water gaan staan, dat helpt helemaal niets. “We hebben gewicht nodig voorin dus laten we het schone water maar houden” besluit hij. De brokken van Lara, de boodschappen een extra zonnescherm alles wordt naar de passagierstoel voorin gebracht. Ik kijk toe terwijl mijn voet op de rem is geplaatst. Ik weet dat we hulp nodig hebben, ookal willen we het nog niet geloven. Er is geen enkele mogelijkheid voor ons om met deze camper deze steile berg op te komen. Het lukt alleen als het droog is en internet laat ons weten dat het pas vanmiddag bewolkt is en mogelijk droog. Maar zou dat voldoende zijn om het wegdek op te laten drogen?

Robbert legt nog twee rubberen matten voor de voorwielen van de camper. “Robbert we hebben echt hulp nodig. Laten we de pechhulp bellen. Een situatie kan ook erger worden”. Robbert wil er nog niet aan en gaat verder met spullen verplaatsen. Hij legt ook de wielblokken achter de achterste wieldoppen en brengt de gevarendriehoek naar boven en zet hem midden op de weg zodat andere auto’s niet naar beneden komen rollen. Daar is echt geen ruimte voor en ze kunnen ook niet keren op een steile helling. In de tusssentijd heb ik mijn voet op de rem en herinner ik mij dat mijn zwager vandaag naar het ziekenhuis moet om geopereerd te worden aan een melanonoom. Er zijn altijd mensen met grotere problemen. Ik app mijn zusje en mijn zwager terwijl ik met mijn voet nog op de rem sta. Ik merk dat mijn been begint te trillen. Is dat van vermoeidheid of van de spanning? Juist in deze situaties is het belangrijk om rustig te ademen en ik concentreer mij op mijn ademhaling zoals ik dat tijdens meditatie doe. Het werkt even en ik probeer goed na te denken wat nu wijsheid is in deze situatie.

Ik roep naar Robbert en we besluiten even te ruilen. Langzaam komt hij op mijn stoel zitten en trapt met zijn voet snel op de plek van de rem terwijl ik er langzaam vanaf glijd. Dat gaat goed en ik loop naar achteren om te zien hoe erg de schade is. Het valt mee. De punt van onze linker achterhoek met het remlicht zit tegen een uitstekende punt van een boomstronk die uit een rots lijkt te groeien. Het is echt maar een puntje. “Waarom zagen we deze niet af?” vraag ik Robbert dan komen we in ieder geval vrij te staan. Even kijkt hij mij vragend aan. “We hebben onze handzaag toch mee van de bushcraft opleiding?” voeg ik toe “Oh ja, probeer maar”. Ik ben even opgelucht omdat ik denk dat ik een oplossing heb gevonden. Maar het duurt even voordat ik de zaag te pakken heb uit mijn rugzak, omdat mijn gedachten van de spanning alle kanten op vliegen. Even lijkt het erop dat ik hem niet kan vinden en ik voel paniek in mij opkomen. “Hij zat toch in mijn tas, Robbert?” “Ja”. Ik graai nog even verder probeer bewust te voelen en dan heb ik hem. Ok dat is een. Ik zie ook nog extra waterflessen liggen, een stuk of vier van 8 liter die ik leeg laat lopen. Dan pak ik de trap naar Laia’s alkoof en zet hem eerst tegen de boom aan, maar daar is de boomstronk te hoog voor. Ik kom er niet bij. Ik moet de ladder tegen de camper aanzetten en ben ervan bewust dat dat niet heel veilig is. Als het mij lukt het hout af te zagen, komt de camper vrij te staan en kan hij verder naar achteren rollen. Als ik dan met mijn ladder tegen de camper aan sta, kan ik wegglijden en in het ergste geval onder de camper komen. “Pas je wel op”, zegt Robbert precies op dat moment. “Ja”. Ik begin boven mijn macht te zagen en merk dat het aardig lukt. De boomstronk is al wat ouder en het hout is zacht. De regen maakt het hout nog zachter wat in mijn geval nu gunstig is. Ik zaag totdat ik een driehoekje verder ben. Maar naarmate ik steeds verder en dieper kom wordt de onderkant breder en wordt het zwaarder. Terwijl ik aan het zagen ben besef ik dat we echt hulp nodig hebben. Zelfs als het lukt om de camper vrij te krijgen, we komen niet naar boven zonder een takelwagen en we zullen elkaars benen die de rem ingedrukt moeten houden en armen die zagen toch moeten afwisselen.

Ik loop naar Robbert en even later bel ik met de pechhulp uit Nederland. Ik heb de voet weer op de rem en Robbert helpt mij om de locatie door te sturen. Op de een of andere reden krijg ik hun sms bericht niet binnen waarop ik de exacte locatie waar we zijn niet kan sturen. Maar Robberts telefoon ontvangt hem wel. Geen bonuspunten voor KPN, maar dat terzijde. De telefoniste raadt ons aan om met 112 te bellen. Ookal zijn er nog geen slachtoffers het klinkt niet veilig dat ik de rem ingedrukt moet houden terwijl ik met haar bel. We leggen uit dat er geen ander verkeer om ons heen last van ons heeft en ik benadruk dat we alleen een takelwagen nodig hebben. Ik irriteer mij aan de traagheid van het gesprek. We moeten eerst allerlei gegevens doorgegeven voordat we echt geholpen kunnen worden.  De telefoniste belooft voor ons aan de gang te gaan en legt uit dat ze niet weet wat de aanrijdtijd is; 112 kan sneller reageren. Ze zal ons terugbellen zodra ze meer weet. Het is 09.15.

We hangen op en Robbert gaat verder om de fietsen eraf te halen. Daarna klimt hij de ladder op om verder te zagen. Achter ons bij het water staan nog twee camperbusjes die geen haast lijken te hebben om te vertrekken. De minuten verstrijken snel, maar ik hoor geen telefoontje. Robbert gaat stug door met zagen en ik houd nog steeds de voet op de rem ingedrukt. Je weet maar nooit. Het zal misschien niet meer nodig zijn, maar zolang mijn man daar in een onveilige hoek staat wil ik er alles aan doen om de situatie zo veilig mogelijk te houden. Ik blijf rustig en Laia komt naar mij toe met haar huiswerk. Ik leg tussendoor de sommen uit en af en toe geeft Robbert een update. “De camper staat bijna vrij. Ik wil graag voorkomen dat als we weggetrokken worden dat de camper verder naar achteren gaat en zo de rest van de zijkant kan beschadigen. Maar de camper gaat toch nog naar voren als de takelwagen er eenmaal is? Maar ik begrijp hem wel. Beter om zo weinig mogelijk schade te krijgen. Er verstrijken 45 minuten en ik heb nog geen telefoontje gehad van de pechhulp. Robbert ook niet terwijl Bob Marley opstaat tijdens het zagen.

Ik besluit toch 112 te bellen. Er wordt opgenomen in het Spaans en ik vraag of er iemand is die Engels spreekt. Er verstrijkt een volle minuut. Robbert staat inmiddels naast mij. “Je zal een hartaanval hebben”, zegt hij “ja dan is het wel gebeurd nu”, antwoord ik nuchter. “Ik vertel wat er aan de hand is en er wordt vertaald naar het Spaans. Er volgen nog meer vragen over ‘el arbol’. De boom achter ons. De telefonisten proberen een goede inschatting van de situatie te krijgen maar ik word ongeduldig. We hebben alleen een takelwagen nodig. Robbert neemt het over en gaat in het Spaans verder. Ik hoor wat dringende vragen “baille, lo siento” Dat betekent ‘ok,het spijt ons’ en zijn niet de woorden die ik verwacht van een hulpdienst. Robbert geeft de telefoon terug aan mij. “Ze komen niet. Omdat we al hulp in hebben geschakeld moeten we daar eerst op wachten”. Het telefoontje duurde vijf minuten. Ik frons mijn werkbrauwen. “Ongelooflijk dat een hulpdienst geen Engels spreekt”, bromt Robbert en hij gaat weer verder met zagen.

Tussendoor lossen we elkaar nog een keertje af. De camper staat op een gegeven moment vrij. En rolt niet verder naar achteren. Ook niet als Robbert de voet van de rem haalt. We staan dus veilig. De regen was gestopt maar het is nu weer gaan druppelen. Ik word ongeduldig en ik kijk naar de klok. We staan hier nu bijna twee uur en ik bel de Pechhulp nog eens op. Ik sta eerst nog vijf minuten in de wacht terwijl ik de eerst wachtenden ben. Dan krijg ik een andere dame aan de telefoon met een Pools accent. Ze excuseert zich dat we zo lang moeten wachten. Ze hebben meerdere malen contact proberen te leggen met hun contactpersoon uit Galicië maar dat is niet gelukt. Op dat moment komt er een mailtje binnen waarin bevestigd wordt dat we worden weggesleept naar een fiat garage verder op. Ik denk niet dat dat nodig is, maar als er maar iemand komt. “Nemen ze wel een grote wagen mee? Geen bestelbusje of zo, want dan kan hij weer terug. We hebben echt een takelwagen nodig”, dring ik aan. De telefoniste bevestigd dat we geholpen worden en onze gegevens zijn doorgegeven. De aanrijdtijd is 30 tot 45 minuten. Dat zal wel een uur worden, denk ik.

Ik merk dat Laia zich niet meer kan concentreren op haar huiswerk. Ook Lara wordt onrustig. Dus ik besluit om even naar boven te lopen en meen de mountainbike in mijn hand mee. Die is het lichtst en dat vind ik wel even genoeg met een meisje en een hond bij me. De weg is langer dan ik dacht naar boven en ik kom een wandelaar tegen. Hij spreekt goed Engels en hij vraagt naar de situatie. Ik leg uit dat hij beter niet naar beneden kan gaan. De warmwaterbronnen zijn toch overstroomd, de weg is te glad en wij blokkeren de weg. Hij neemt de fiets van mij over en daar maak ik dankbaar gebruik van dan heb ik een hond en een meisje aan beiden handen. “Laat ons ongeluk jouw geluk zijn vandaag”, zeg ik. Ik bedank hem voor zijn hulp.

Er is inmiddels ook een witte personenauto gestopt en een Portugese man stapt uit. Hij wijst op de rode gevarendriehoek en ik leg de situatie in het Engels nog een keer uit. Hij begrijpt het niet en ik stap over op mijn gebrekkige Spaans. Een ding begrijpt hij wel. Ik heb hulp nodig.  Terwijl het busje met de Engelsman vertrekt stopt er nog een Spaanse personenauto die naar beneden wil rijden en stopt ook zodra hij de gevarendriehoek ziet. Ik leg uit dat het gevaarlijk is beneden, en dat we stil staan. Maar ook hij begrijpt het niet. De Portugeze man stapt op de Spaanse man af en vraagt of zij misschien een takelwagen voor ons kan bellen. Zoals het in het Spaans gaat worden er veel woorden heen en weer gedeeld en ik laat het even gebeuren. Het duurt zo lang voordat we hulp krijgen, misschien is het wel een goed idee om hem ook gewoon te laten bellen.  Maar opeens zijn er drie mensen over mijn situatie aan het praten in een taal die ik niet begrijp en ik vind het niet nodig dat er zoveel mensen bezig zijn met mijn ongelukkige situatie aangezien hulp onderweg is. Ik leg het uit en even denk ik dat ze mij weer niet begrijpen. Op dat moment komt de takelwagen aangereden.

Met een zucht van verlichting bedank ik iedereen en loop ik direct op de takelwagen meneer af. Hij wil meteen de berg afrijden maar ik stop en hem “Primera mirar” “Eerst kijken”. Hij glimlacht geeft aan in het Spaans dat het geen probleem is en wil weer naar zijn auto lopen. Ik dring aan “Primera mirar”. Hij kijkt mij even in mijn bezorgde ogen aan. “vale” zegt hij. Hij glimlacht vriendelijk en slaat een arm om mijn schouders. Op dat moment weet ik dat alles weer goed komt. De man is uiterst rustig en ziet eruit alsof hij dit dagelijks doet. We lopen naar beneden en ik leg uit in mijn gebrekkige Spaans wat de situatie is. Hij begrijpt mij wel en maakt een compliment over mijn Spaans. Mijn trots groeit en ik leg uit dat mijn man beneden nog beter Spaans spreekt. Hij glimlacht. “nog beter”l ees ik uit zijn ogen. Terwijl ik naar beneden loop glijd ik bijna uit. Hmm als ik al bijna uitglijd met mijn schoenen hoe moet de GVR dit dan bewerkstelligen? Ik leg tegen Laia uit dat ze bovenop de berg met Lara in de berm moet wachten. Dat is veiliger dan dat ik haar naar beneden laat lopen en zij misschien wel uitglijdt.

Beneden aangekomen loopt de man naar Robbert en ik leg snel de wielblokken in de GVR. No pasa algo grave””. “Er is niets ernstigs gebeurd”, merkt hij op. “No problema”. Hij lijkt niet erg onder de indruk van de situatie en ik durf opgelucht adem te halen. Ik maak snel een filmpje en ik zie dat het ze lukt om de GVR helemaal los te maken van de boom. Hij staat weer weer midden op de weg. Ok dat probleem is opgelost. Nu de hellingproef. Ik geloof er niets van dat het ze gaat lukken en in mijn gedachten zie ik de takelwagen ook wegglijden en geen grip meer krijgen op het wegdek. Lekker dan, dan rollen er twee wagens naar beneden en is de schade niet te overzien. Ik ben blij dat Robbert nu uitstapt en ik zie inderdaad tot mijn ontsteltenis dat het ze niet lukt om de camper achter ze aan te slepen. Ook de takelwagen krijgt geen grip met 3500 kg achter zich aan. Dat had ik wel gedacht, maar ik baal als een stekker. De garageman stapt met een vrolijke sprong uit de takelwagen en ik zie hem direct tegen Robbert praten. Hij lijkt een kleine vrolijke jongen die met autotjes mag spelen. Hij heeft plezier in zijn werk en dat is mijn enige hoop.

Ik loop terug naar Laia die met Lara boven op de berg nog steeds staat te wachten. Ik heb ondertussen mijn fiets naar boven gebracht en de Portugeze meneer heeft geholpen met de fiets van Laia. Samen met Laia en Lara lopen we een stukje naar beneden en we zien hoe de GVR boven op de takelwagen wordt getakeld. Dat dat überhaupt mogelijk is! Zou dit dan werken? En dan opeens komt de takelwagen voorbij gereden. Robbert zit tussen de beide Spaanse mannen in en er wordt luid getoeterd. Ik lach. Het zal wel een duur grapje worden, maar laten we dan ook maar genieten van het moment. Samen met Laia en Lara lopen we achter de takelwagen en de GVR aan. We kunnen onze reis weer voortmaken en de schade lijkt mee te vallen.

Uiteindelijk blijkt alleen de beschermkap los gekomen te zijn. Met een schroef is deze weer aan de draaien. Door het stug doorzagen van Robbert is het het achterrem lichtje onbeschadigd gebleven. Dus feitte is er niets aan de hand.

Toch haal ik veel vertrouwen uit deze situatie. Het was spannend maar mijn onderbuik had het aan zien komen. Daar kan ik dus op vertrouwen. We zijn rustig gebleven en hebben juist gehandeld. Het eerste wat we doen is even samen lunchen om de schrik uit de benen te krijgen en dan kruip ik weer achter het stuur richting Santiago de Compostella. Ik voel het stuur van de GVR in mijn handen. Ik hoor de motor ronken en ik voel hoe zijn wielen weer grip hebben op de weg.

Foto’s

2 Reacties

  1. Anita:
    2 mei 2023
    Spannend verhaal co. Gelukkig is het goed gekomen. En zo heb je maar weer een mooi spannend verhaal om te schrijven he ;)
  2. Piet Hopman:
    27 juli 2023
    Hoi Colinda, ik lees je reisverhalen nu pas. Hier had ik eerder de tijd voor moeten nemen.
    Je verhalen over de Iberische Lynx vind ik wel bijzonder. Mooi dat jullie ervan genieten. Nog veel plezier en ik ga vanaf nu je verhalen lezen.
    Groet
    Piet