Deel 15: GekkigGEIT

4 augustus 2023 - A Rúa, Spanje

GekkigGEIT

Een tragedie in een waar paradijs.

27-04-2024

Santoalla do Monte, Ourense, Galicia Spain (Vlak bij A rua en Petín),

Terwijl ik in Andalucia door de bergen wandelde zag ik wat vreemd gekleurde dieren door de bergen grazen. Het bleken geiten te zijn. Grote woeste honden begeleidde de kudden en oude mannetjes met herderstaffen en een brede grijns op hun gezichten begeleidden de dieren. Nadat ik de verrukkelijke lokale geitenkaasjes had geproefd zag ik het helemaal voor mij. Ik tussen mijn geitjes, een herdersstaf in mijn hand, Lara naast mij, samen geiten hoeden en altijd buiten midden in de natuur.

Eerst maar een mentor vinden. Via Angelique, een camperaar die ik in Benfeita in Portugal heb ontmoet, heb ik het telefoonnummer van Margo gekregen. Margo is geitenhoeder in Galicia en Nederlands. Met een appje was ik welkom om langs te komen.

We volgen Margo een half uur lang over een smal pad door de bergen. Het deed mij denken aan het pad op onze eerste dag in Galicia, waar we naar grond gingen kijken die te koop stond en waar de weg doodliep bij het huis. We moesten eerst nog een heel stuk achteruit met de GVR voordat we konden keerden. De weg werd steeds smaller en Margo had niet duidelijk gereageerd op mijn vraag of de weg ook ruimte bood voor tegenliggers. Nou die maken geen kans met ons op de weg. Gelukkig is er niet veel verkeer.

Een half uurtje later sta ik buiten in een klein omheind stukje met een drietal kleine geitjes om mij heen, een oude geit die uit de emmer mag eten en een wat jongere dame die op een verhoogd stuk staat met haar kop en snuit in de geitenkorrels. Ik heb mijn handen om haar uiers en knijp met mijn duim en wijsvinger de bovenkant dicht en met de rest van mijn vingers knijp ik de uier leeg. Het gaat verassend gemakkelijk maar ik moet wel leren om de melk in het bakje te spuiten en niet over mijn kleding. Ook mag ik iets sneller reageren als de geit met haar hoef de emmer melk in stapt. “Geeft niet, dat filteren we er straks wel uit”, zegt Margo die uiterst nuchter overkomt. Ze vindt mij een natuurtalent en trots melk ik door.

DSC03378(c) Colinda Vergeer-2

Met mijn elleboog probeer ik een jong geitje uit mijn broekzak te houden die uiterst geïnteresseerd is in mijn telefoon en worden mijn veters vakkundig afgebeten of losgewriemeld. Ondertussen vraag ik Margo hoe het zo gekomen is dat ze hier is komen wonen.

Margo blijkt zeventig jaar te zijn en woont hier al twintig jaar, waarvan ze de laatste dertien jaar alleen is. Haar man is overleden. “Ik dacht dat je dat wel wist, heeft Angelique dat niet verteld?” Ik schud mijn hoofd en ga ongestoord door met melken.

“Dat vertel ik zo wel”. Ik vroeg mij af of het te pijnlijk was, en ik besluit eerst over de brug te komen en vertel wat over onszelf. Mijn vragen aan Margo gaan wat van de hak op de tak, soms over de geitjes dan weer over hoe ze hier haar leven heeft opgebouwd.

Margo heeft samen met Martin haar huis verkocht in Nederland. Ze zijn eerst gaan reizen twee jaar lang door Europa en drie maanden door Argentinië. Margo was toen eind veertig. Argentinie zagen ze wel zitten en ze waren welkom als ze 30.000 dollar aan zakgeld meenamen. Toen ze dat bij elkaar hadden gesprokkeld moest het opeens 100.000 dollar worden en dat was een brug te ver. Dus richtten ze hun focus weer op Europa. Ze speurden in Noord-Portugal en kwamen daarna in Galicia terecht. Ze sloegen een bergpad in, niet wetende waar het uit kwam en hun oog viel op Santoalla. Ze hebben veel te veel betaald voor het stukje grond want iedereen hier denkt dat Noord-Europeanen rijk waren, maar goed ze gingen ervoor.

Santoalla is niet een dorp aan de kust met zonovergoten stranden en mooie huizen. Santoalla ligt midden in de bergen en er zijn alleen nog ruïnes over. Margo is de enige bewoner van het dorp. De buurman blijkt hier niet te wonen en zijn koeien en honden alleen achter. Het doet een beetje mysterieus aan. Soms een beetje troosteloos vind ik. Maar als ik die middag bij haar aan de thee zit en uitkijk over het landschap, begrijp ik wat ze voelt voor deze magische plek.

DSC03177(c) Colinda Vergeer

Margo en Martin leven 1,5 jaar in een tent en bouwen langzaam hun domein op. Een eigen moestuin, een eigen plekje. De geiten komen pas na 5 jaar. Ze heeft ook varkens gehad in het verleden, maar die brachten niet veel op. Vanaf het moment dat de koop rond was, hadden ze zich voorgesteld bij de burgemeester van Petin, waar het kleine dorpje onder viel. Daar was hun verhaal direct door een journalist naar buiten gebracht. In Santoalla leefden zo’n 50 families, maar in de jaren zestig en zeventig liep het dorp langzaam leeg. De jongeren bleven steeds vaker in de stad hangen en ambieerden geen agrarisch leven in de bergen. In begin jaren tachtig is hier de eerste film opgenomen in het Galisch.

Toen Margo en Martin hier aankwamen leefden er één andere familie. Een ouder stel waarvan de man des huizes al tegen de tachtig liep. Ze hadden een zoon Carlos die als jongentje van zeven jaar van het paard was gevallen en daardoor mogelijk hersenletsel heeft opgelopen en geestelijk beperkt is gebleven. Een andere zoon Julio kwam vaak helpen. Maar inmiddels is het oudere stel naar het dorpje beneden in de vallei vertrokken en zijn ze beiden overleden.

Eén voor één laten we de geiten binnen in het hokje waar ze worden gemolken. De geiten klimmen direct enkele verhogingen op en komen voor mij te staan. Ze steken hun hoofd door een groot gat waar ze hun ontbijt krijgen en Margo geeft ze meer dan genoeg brokken gecombineerd met mais en andere voedzame korrels. Met een smalle houten plank maakt ze het gat wat smaller zodat de geiten zich niet terug kunnen trekken met hun lichaam of hoofd. Het lijkt overbodig omdat de geiten rustig en vreedzaam hun voer opeten.

Nadat de zestiende geit is gemolken en we twee volle emmers met melk hebben, mogen de volwassen geiten naar buiten. De kleintjes blijven binnen, ze mogen niet teveel spiermassa ontwikkelen, want dan zijn ze niet meer zo mals. Hoe schattig ze ook zijn, met drie a vier maanden worden ze geslacht. Margo heeft inmiddels een lijst met klanten die een mals geitjes wel lusten. Eén voor één worden ze gebeld om een geitje op te halen. Het geitje wordt thuis geslacht. Ik loop de hoek in van het stukje waar de geiten staan en krijg zo een goed beeld van hun verblijfplaats. Een enkele oude dame heeft iets meer motivatie nodig om op te staan, maar de meesten lopen graag door het hek heen naar buiten de heuvels in. En sommige trekken even een sprintje. Nu kunnen ze weer volop bramen, klimop, grassen en andere kruiden knabbelen.

“Zo tijd voor koffie”, zegt Margo. We laden de emmers in een kruiwagen en ik duw het gewicht het bergje op richting haar huisje. Daar filtert ze de melk en wordt de melk verhit tot 39 graden. Dan spuit ze er stremsel bij wat de wei van de uiteindelijke kaas zal scheiden. De pan blijft eerst nog zo’n vier uur staan waarna de kaas wordt gesneden. Weer drie uur later wordt de wei gescheiden van de kaas. De volgende stap is water verhitten tot 70 graden en erbij doen. Dat mag dan een uurtje blijven staan voordat het mengsel de kaaspers in gaat waar het 24 uur geperst wordt.

Even later nip ik met mijn lippen aan een kop thee. “Zal Robbert zo nog komen?”, vraagt Margo. Maar ik schud mijn hoofd. Robbert wilde even dingen doen voor zichzelf, dus ik verwacht hem niet. Ik staar naar een krantenbericht van februari 2023. Een artikel waarin Margo wordt geïnterviewd. Ik begrijp er niet heel veel van en Margo begint uit te leggen.

In het begin hadden ze een goede relatie gehad met de buren. Martin wilde graag wat maken van het dorp en er een zelfvoorzienende plek maken voor meer gezinnen. Maar de oudere man Manolo was zich er steeds vaker meer gaan bemoeien en in zijn ogen kon Martin niets goeds doen. Margo had altijd een goede relatie gehad met zijn vrouw. Maar Martin kon het niet van hem afzetten. Manolo had natuurlijk zijn leven opgebouwd in Santoalla en vrienden en familie weg zien trekken. Het moet vreemd voor hem zijn geweest om een stel Nederlanders aan de slag te zien in zijn dorp.

DSC03460(c) Colinda Vergeer-2

Op 19 januari 2010 kwam Martin niet thuis van het boodschappen doen. Zij was op dat moment in Duitsland en verzorgde twee ooms van Martin (Martin was Duits). Martin en Margo hebben altijd vrijwilligers gehad die hun hielpen met het onderhoud. Ook die dag stond er een Amerikaanse vrijwilliger tevergeefs op het treinstation van A Rua te wachten. Een andere vrijwilliger was nog in Santoalla. De Amerikaan heeft alsnog vervoer geregeld en Margo kwam ook spoedig terug. Van Martin was er geen spoor. De politie is blijven zoeken maar Margo bleef in onwetendheid achter. Aanvankelijk dacht ze dat het een ongeluk moest zijn geweest, maar ook de auto is verdwenen. Ze staan voor een raadsel.

Een jaar later organiseert ze een herdenkingsdienst. Martin komt niet meer terug.

De Amerikaanse vrijwilliger gaat terug naar de Verenigde Staten en blijkt een neef te hebben die graag filmt, ook voor National Geographic. Zijn neef komt met een vriend vier jaar later naar Santoalla om zelf een film te maken. Daar vertelt Margo over Martins verdwijning. Niet weten wat er gebeurd is, maakt het extra zwaar.

Dan krijgt ze een telefoontje. Tijdens een bosbrand heeft een helikopter de auto van Martin teruggevonden vlakbij een dorp dat kilometers verderop licht in A Veiga. Ook het stoffelijk overschot wordt gevonden vlakbij de auto.

Margo mag er niet direct heen. Eerst moet er een forensisch onderzoek plaatsvinden en zodra dat klaar is krijgt ze de een kartonnen doos overhandigd waar de restanten van Martin in zitten.

Ik luister met open mond naar haar verhaal. Ik kwam alleen maar hierheen om geiten te melken. Nu luister ik naar een verhaal over moord en doodslag. Maar ze grinnikt. “We hebben ook gelachen hoor”. De forensisch onderzoeker wilde wat vertellen aan Margo en had de doos op dat moment nog in zijn handen. Spanjaarden vertellen graag uitgebreid en gebruiken hun handen erbij om het verhaal nog levendiger te maken. Hij kon even geen plek vinden om de doos neer te zetten en zette het tussen zijn benen in terwijl hij verder vertelde. Margo had er op dat moment geen erg in gehad maar de jongens hadden het gefilmd en ze hadden er hard om moeten lachen. En ja als je dan toch beneden in het dorp bent, dan kun je ook maar beter meteen even boodschappen doen. Dat de doos met het stoffelijk overschot dan tussen de boodschappen staat, tja we blijven wel praktisch.

Uiteindelijk bleek Carlos schuldig te zijn bevonden aan de moord op Martin. Er was een woordenwisseling geweest over de manier van rijden van Martin en hij heeft hem doodgeschoten. “Ik verwijt Carlos niets. Hij is nog een klein kind in zijn hoofd. Wat er waarschijnlijk is gebeurd is dat hij de woorden van zijn vader te letterlijk heeft overgenomen”. Ze zucht even.

Ik kan even geen woord uitbrengen. 

DSC03456(c) Colinda Vergeer

De jongens hebben er een goede film van kunnen maken en nu komen er soms ramptoeristen langs om het dorpje op te zoeken. Ze is nog niet uitgepraat of de honden beginnen te blaffen. “Dat moet Robbert zijn”, zegt ze en ze staat op. Ik loop achter haar aan, maar verwacht Robbert nog niet. Daar staan drie Spanjaarden die uitgebreid beginnen te brabbelen. Ik versta er niet veel van. Alleen de woorden ‘pelicula’ film en ‘miedo’ angst. Even wijzen ze naar mij. “No ella no está mi hija”. “Nee ze is mijn dochter niet”. Ik lach even naar Margo en ik stamel wat in het Spaans en probeer duidelijk te maken dat ik hier op reis ben en de camper bovenaan de weg van mij en mijn echtgenoot is.

Margo loopt even weg naar de geitenschuur en ik blijf een beetje onhandig achter bij de dames die ik toch niet versta. Ik moet nog verwerken wat ik net allemaal gehoord heb en staar over de heuvels terwijl de Spaanse dames vragen op mij af blijven vuren die ik toch niet begrijp. Ik realiseer mij dat ik moe ben. Die ochtend waren we om 05.30 opgestaan en hebben we twee uur gereden om hier op tijd te kunnen zijn zodat Margo ons over de juiste weg door de bergen kon leiden. Ik ben blij als de dames door lopen. Met Margo spreek ik af dat we over twee uurtjes lunchen. “Robbert is ook uitgenodigd”, voegt ze toe.

DSC03253(c) Colinda Vergeer-2

Als ik terug ben en de deur van de camper open, stamel ik wat woorden en geef ik Robbert de verkorte versie. “Oh ja Angelique had gezegd dat er een film over haar was gemaakt”. Ik kruip even mijn bed in en zie beelden van Margo voor me, de ruïnes en het geiten melken. Ik heb even nodig om te verwerken wat ze mij verteld heeft. Ze blijft zo ongelooflijk rustig en nuchter. “De eerste jaren waren erg zwaar, maar het is inmiddels dertien jaar geleden, ” had ze nuchter gezegd.

Robbert had al gegeten en ik loop zelf rond de lunch weer naar Margo. Ik stel nog wat vragen. Carlos moest zes jaar de gevangenis in. Carlos en Julio hebben een verbod om Santoalla binnen te komen. Monolo en Jovita konden zonder hulp niet in het dorp verblijven en trokken naar het grotere dorp in de vallei. Inmiddels zijn ze overleden. Nu woont alleen Margo hier nog. De eigenaar voor de koeien komt af en toe eten brengen voor de dieren maar woont er niet.

DSC03459(c) Colinda Vergeer

Als Margo haar siesta houdt loop ik even door het dorp. Tijdens het geiten melken was ik twee keer gestoken door een bij en ik wrijf nog met mijn handen in mijn nek. Pfff geiten melken, door bijen gestoken worden en een verhaal over een moord. Ik loop door de ruïnes en ik schrik even als ik gestommel hoor en er een tweetal ogen mij aanstaren. Een koe staat in de deuropening. De daken zijn ingestort van de meeste huisjes, en ook de vloer is niet veilig meer om doorheen te lopen. De bramen laten de huisjes uit het zicht verdwijnen, maar de geiten springen overal op en in. Soms zakt een geitje door de vloer en moet die er uitgehaald worden. “De geiten versnellen het proces”, had Margo gezegd. En ik zie overal keutels en koeienvlaaien. Zodra het dak instort gaat het natuurlijk snel. Ik zie af en toe versleten schoenen in de deuropening staan of een jas die nog aan de kapstop hangt.

De ruïnes laten je fantasie op hol slaan en ik mijmer over de families die hier lange tijd gewoond hebben. Hoe ze geluk, liefde en verdriet moeten hebben gedeeld. Maar ook over hoe het moet zijn geweest voor de families die het langst zijn gebleven en het dorp langzaam leeg hebben zien stromen.

DSC03212(c) Colinda Vergeer

Om 1600 uur mag ik de kleine geitjes melk geven. Sommige drinken gulzig en bij anderen moeten we de speen in hun mond duwen. Ik geniet van hun speelsheid. Drie uur later ben ik hun oppasmoeder en mogen ze ook even naar buiten. “Er moet iemand bij blijven”. “Dat doe ik wel Margo, dan kun jij andere dingen doen. Hoe laat moeten ze terug zijn?” “Als de moeders terugkomen, zo rond acht uur of half negen.” Ik zie mijzelf al in een hoek van een ruïne zitten, een beetje met geitjes knuffelen en misschien even mediteren. Nou dat loopt totaal anders. Hoe blijf je bij de geitjes als ze direct in twee groepen splitsen? Ze springen zo door de ruïnes en klimmen tegen de smalle richels op. Hoe kan ik ze hier überhaupt volgen? Ik weeg tien keer zoveel en val zo door de vloer. Maar als ik mijn best doe en de achterblijvers een beetje achter de vodden zit, dan blokkeer ik hun veilige weg om terug naar de groep te gaan dus ik leer al snel om ze meer te volgen dan te leiden.  Ik weet niet waar ze heen lopen maar heb toch geen controle over ze en vertrouw erop dat ze hun weg wel vinden. Mijn moederhart maakt af en toe een sprongetje van angst maar ik zie hoe de kleine geitjes zichzelf goed kunnen redden. Ze lopen richting de GVR waar Robbert met Lara buiten zit. Robbert zet Lara snel de camper in en we genieten van het geknabbel van de kleine geitjes en hoe ze bijna over rotsen uitglijden en zichzelf weer opvangen. Om acht uur verdwijnt de zon achter de bergen en krijg ik de moederdieren in het oog. De kleintjes lopen steeds harder en rennen op een gegeven moment naar hun moeders toe. Zo mijn taak zit er op. De rest laat ik aan de echte moeders over.

DSC03429(c) Colinda Vergeer

Wat meer ontspannen volg ik de groep en geniet ik van het landschap. Ik begin in te zien waarom Margo en Martin voor Santoalla hebben gekozen. Wat een uitzicht. Het is hier stil, je hoort alleen vogels en af en toe een geit mekkeren of een koe loeien. De koekoek laat zich geregeld horen en ik aanschouw de zonsondergang die de bergen weer een andere kleur geeft. Margo kijkt vanuit haar keukenraam op de bergen. “Het landschap is altijd weer anders”, had ze gezegd. Het witte paard van de buurman, die Margo inmiddels ook heeft geadopteerd, graast tegen de donkerblauwe heuvels.

De volgende dag begint het patroon hetzelfde. Cristina is inmiddels gearriveerd een vrijwilligster die veel over bijen weet. Ze komt hier al veertien jaar. Margo had gisteravond Ruben opgehaald een andere vrijwilliger die hier al 4 of 5 maanden zit en niet meer weg wil gaan. Hij heeft de groentetuin van Margo overgenomen. Margo, Cristina en ik melken om de beurt de geiten. Dan laat ze mij de laatste stappen nog zien die nodig zijn om kaas te maken. De kazen rijpen 2 tot 4 weken lang in een kaaskast met gaas ervoor. De kast is gemaakt op horneo’s net zoals de kleinere gebouwen die bij ieder huis staat en waar vroeger het graan was opgeslagen. Het is een paal met een platte ronde steen erop waar de muizen en ratten geen grip op hebben en het voedsel ongemoeid laten. Margo draait de kazen dagelijks om en veegt ze af met natuurazijn tegen eventuele schimmel.

DSC03392(c) Colinda Vergeer

Evenlater komt Robbert naar het dorp en geef ik hem de rondleiding die Margo mij zojuist heeft laten zien. We lopen even naar de groentetuin waar Ruben werkt. De kampeerplek en het kleine huisje met het mooiste uitzicht. Tenslotte zoek ik Margo op die in haar bloementuin bezig is. “Willen jullie de kerk nog zien?” Robbert kijkt mij aan met een glimlach om zijn lippen en pretlichtjes in zijn ogen. Dat is een ja.

Even later draait Margo de sleutel om en duwt ze tegen de houten deuren. Het kraakt, maar er is verlichting. Het is vervallen. “De laatste tien jaar is het sterk achteruitgegaan”, zegt Margo. In een hoek is het plafond gescheurd en er komt regen binnen. De vloeren zijn in de kleine kamertjes naast het grote gedeelte al zo ver heen dat we niet meer op de vloer kunnen staan. Het hout is rot. De vloer in het grote middengedeelte waar wij staan is nog wel goed toegankelijk en er staan enkele bankjes voor het altaar. Er staan verschillende beelden van heiligen. De heilige Santoalla waar het dorpje naar is vernoemd staat er ook. Ik herken de heiligbeelden niet. Alleen een afbeelding van een lam en van Jezus. Alles is zo sterk vervallen. Ik schrik ervan. Het altaar staat op een stenen vloer en is het meest betrouwbaar om op te staan. De beelden zijn nog in goede staat en bekleed met stoffen mantels. Een maagd waarvan ik vermoed dat het de maagd Maria is in een witte jurk. Maar in het midden staat een dame met een rode mantel. De maagd van Santoalla misschien.  De beelden staan in nissen versierd met ornamenten van bladgoud. “Nou jij hoeft geen armoe meer te lijden, grap ik naar Margo”. Ik wijs nog op een klein houten hokje. “Is dat waar je boete werd afgenomen?” “Dat is toch veel te klein”, zegt Robbert. “Het is nep. In de jaren tachtig zijn het doopvont en dat kastje gemaakt voor de Galicische film”, antwoorde Margo. Robbert kijkt in het kamertje naast het altaar. “Niet naar binnen gaan hoor, de vloer is daar echt rot”, waarschuwt Margo. Robbert blijft in de deuropening staan en kijkt naar een houten ladenkast, zo breed als de muur. Ooit was deze turquoise blauw, maar nu is de kleur sterk vervaagd.

DSC03259(c) Colinda Vergeer

Ik heb mijn camera niet bij me en baal ervan, dan had ik het beter vast kunnen leggen. Ik stel mij voor hoe het hier was geweest tientallen jaren geleden toen het dorp nog goed bewoond was. De zondagen moeten gezellig en druk zijn geweest hier in de kerk. Blije mensen en een priester die de mis voorzat. Nu is het een vergane glorie. De kerk zal verder vervallen. Het dak zal een keer naar beneden storten en dan is het snel gedaan. Margo heeft getracht een van de beelden veilig te stellen uit het nisje waar het dak al lekt. Het staat nu in het doopvont. Het dak is nog schitterend versierd met mooie houten ornamenten We lopen nog een rondje maar veel meer is er niet te zien. Met een weemoedig gevoel verlaten we de kerk. “Wel droevig hoor”. “Ja triest is het wel”, knikt Margo. En ik ben blij als we verder lopen richting het water en de waterval.

Later hebben we lunch en de kudde geiten komt gezellig dichterbij. Cristina heeft asperges uit de tuin klaar gemaakt met een lekkere salade. Een ovengegaarde rollade en een linzen met rijst prutje. Het is heerlijk en terwijl de geiten dichterbij komen genieten we in stilte van het uitzicht. De bergen zijn majestueus. Een van de geiten komt op de rand liggen en de honden liggen onder tegen de rand aan. Terwijl ik een tweede bord opschept komt het witte paard dichterbij. Ze blijft voor mij staan op nog geen dertig centimeter van mijn bord. Robbert kan haar aaien en ik blijf rustig mijn bord leegeten. Het paard trekt een been op in rusts en ze laat haar hoofd zakken en haar oren rusten naar achteren. We genieten zwijgzaam van de dieren en het uitzicht.

DSC03402(c) Colinda Vergeer

Wat een schitterende plek.

Margo schenkt een anderhalve liter fles vol met versgemolken geitenmelk van die ochtend. Ik kan de verleiding niet weerstaan en wil het direct even proeven. “Wow het is helemaal niet scherp!”. “Nee valt mee he”, knikt Margo. “Je mag ook nog walnoten pakken, we hebben echt nog zakken vol”. Eerder had ik ook nog een luffa meegekregen een sponsje gemaakt van een courgetteachtige plant. En uiteraard zoekt Margo nog een geitenkaas uit die ik zo gratis mag meenemen.

DSC03408(c) Colinda Vergeer

Ik voel mij een beetje bezwaard. Ik ben maar anderhalve dag gebleven en ik heb haar wel geholpen, maar ik heb veel meer van haar gekregen dan ik ooit kan terugdoen.

Er is regen voorspeld en we willen voordat het gaat regenen de berg af zijn. Nadat we de kleine geitjes de fles nog hebben gegeven is het tijd voor ons om verder te gaan. Ik geef Margo een dikke knuffel en beloof haar nog wat foto’s door te sturen.

Dan trap ik het gas in voordat de geitenkudde straks voor mijn wielen komen, want ik moet wel vaart kunnen maken om de eerste klim te kunnen realiseren. Rustig zet ik de GVR in zijn één. Hij begint te ronken. Zonder een takelwagen en zonder rokende remmen komen we aan in het dorpje A Rua waar we zullen overnachten om door te reizen naar een plek waar ik beren kan spotten.

Ik denk nog even terug. Martin en Margo begonnen aan deze plek met zoveel dromen. En nog steeds zijn er vrijwilligers die terugkomen en die overwegen om zich er ook te vestigen. Het is tegenstrijdig om het verhaal te horen over een moord, terwijl de plek zo paradijselijk aandoet. Ik had er nog wel wat langer willen blijven. “We slaan Santoalla in ieder geval op Colin in google maps”, zegt Robbert  “Als er dan weer een epidemie uitbarst of wat dan ook, dan weten we wat ons toevluchtsoord is”.

Opzoek tips:
Op youtube kun je de documentaire van Margo bekijken: Zoek op Santoalla 2016 Documentary

Inmiddels is ook de Documentaire verfilmd. “Las Bestas”. Het is een Spaanse film, helaas nog zonder ondertiteling. Maar dat zal niet lang meer duren.

Foto’s

2 Reacties

  1. Ad & Marjan:
    4 augustus 2023
    Wat een heftig maar ook prachtig verhaal Colinda. En wat een enorm sterke vrouw is Margo.
    😘😘
  2. Anita:
    4 augustus 2023
    Mooi om dit uitgebreide verhaal nog te lezen!! Heel bijzonder